Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat de modernisering van West-Europa sinds de vijftiende eeuw
€ 22,50
Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat
de modernisering van West-Europa sinds de vijftiende eeuw
H. A. Diederiks, D.J. Noordam, G.C. Quispel, P.H.H. Vries
Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat De modernisering van West-Europa sinds de vijftiende eeuw.
De auteurs van dit boek plaatsen het begin van het moderniseringsproces in de agrarische maatschappij en beginnen hun inleiding daarom reeds in de 15e eeuw.
De auteurs behandelen de veranderingen op economisch, sociaal en demografisch gebied in hun onderlinge samenhang. Ook besteden zij aandacht aan de ontwikkelingen op het terrein van de mentaliteit en de normen en waarden van de West-Europeanen.
Het handboek voor de economische en sociale geschiedenis dat vier Leidse historici hebben geschreven getuigt van grote ambitie. Het is een poging een synthese te geven van de economische en sociale geschiedenis van West-Europa die de inzichten van de ' versociaal we-tenschappelijkte' geschiedschrijving samenvat.
Bovendien heeft men getracht dit in een vorm te gieten die voor eerstejaars historici toegankelijk is. De opzet van het boek is overzichtelijk.
Globaal zijn er twee delen.
In het eerste deel, de hoofdstukken II tot en met IV, wordt de 'agrarische samenleving' getypeerd — achtereenvol-gens de demografie, de economie en de sociale en mentale structuren —
In het tweede deel, de hoofdstukken VI tot en met XI, wordt de transformatie van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat uit de doeken gedaan. In een drietal kortere hoofdstukken worden de grote lijnen en de onderlinge verbanden nog eens geschetst; dit betreft een korte inleiding (I), een terugblik (XII) en een hoofdstuk dat de beide delen met elkaar verbindt (V). Alle hoofdstukken behandelen de geschiedenis van vier landen: Engeland en Nederland als voorbeelden van een relatief vroege modernisering en Duitsland en Frankrijk als voorbeelden van een latere modernisering.
Zoals uit de titel blijkt, staat één cruciaal transformatieproces centraal in het boek, maar de auteurs hebben zich niet laten verleiden tot een eenvoudige voorstelling van zaken. Voortdurend wordt benadrukt dat ook de 'agrarische samenleving' aan moderniseringsprocessen onderhevig was en dat er verschillende wegen naar de industriële maatschappij waren — de vier gekozen landen getuigen daar van. Simpele feiten en eenvoudige stellingen worden geschuwd en vervangen door complexe concepten en theorieën. Soms stellen de auteurs bijvoorbeeld dat de vier industrielanden steeds meer op elkaar gingen lijken — de convergentietheorie — in andere tekstgedeelten wordt juist weer, naar aanleiding van de these van Barrington Moore, het tegenovergestelde beweerd.
De hele opzet van het boek, zo mag uit het voorgaande blijken, is zorgvuldig overdacht en uitgewerkt. Er wordt een poging gedaan een synthese te geven van de 'grote transformatie' die recht doet aan de feitelijke complexiteit van het proces. Wellicht doet dit (iets) af aan de bruikbaarheid van het boek voor het onderwijs aan (eerstejaars) studenten — vooral omdat er soms veel gebruik wordt gemaakt van het onvermijdelijke jargon — maar dit lijkt een haast onvermijdelijk gevolg van de ambitie van de auteurs.
De hoofdstukken over de agrarische samenleving bevielen mij het best omdat steeds veel aandacht wordt besteed aan het synthetiseren van de verhalen van de vier landen. Het meest geïntegreerde hoofdstuk, over de 'sociaaleconomische structuren en veranderingen van de vijftiende tot het einde van de achttiende eeuw' is mijns inziens daar het meest geslaagde voorbeeld van.
Het eindoordeel over het handboek.
De opzet is ambitieus en weloverwogen. Er wordt over het algemeen een breed, genuanceerd beeld gegeven van de economische en sociale geschiedenis, een beeld dat gebaseerd is op de recente theorievorming.
Paperback
452 pagina's